Radiotherapie is het behandelen met radioactieve straling, dit wordt ook wel bestraling genoemd. Met de bestraling is het de bedoeling dat de zieke of kwaadaardige cellen vernietigd of gedood worden. De radiotherapie wordt opgedeeld in uitwendige en inwendige bestraling. De uitwendige bestraling wordt ook teletherapie genoemd terwijl de inwendige bestraling de brachytherapie genoemd wordt.

Uitwendige bestraling of teletherapie

De uitwendige bestraling wordt in Europa meestal uitgevoerd met een lineaire versneller. Een uitzondering hierop is het gammaknife. Een lineaire versneller maakt de straling omdat elektronen met een hoge snelheid tegen een "metalen" plaat botsen. Als het toestel niet werkt is er geen straling aanwezig. De lineaire versneller beweegt rond de patiënt en kan hierdoor het hele lichaam bestralen. Tijdens de bestraling ligt de patiënt alleen in de bestralingsruimte.

Inwendige bestraling of brachytherapie

Inwendige bestraling of brachytherapie wordt uitgevoerd met een radioactieve bron. Deze radioactieve bron heeft andere stralingseigenschappen waardoor er een hoge bestralingsdosis op een korte afstand afgegeven wordt, en weinig bestralingsdosis op een verre afstand. Om deze reden wordt de bestralingsbron vaak in het gezwel in het lichaam gebracht. Hierdoor krijgt het gezwel een hoge dosis en de gezonde weefsels rond het gezwel een lage dosis. Het nadeel van deze techniek is dat de bron op een of andere manier in het lichaam moet gebracht worden. Die bron kan in het lichaam gebracht worden via de natuurlijke openingen: anus, schede, mond of neus of via een naald of via een operatie.