De radiotherapeutische behandeling bestaat uit de volgende onderdelen

1) gesprek met de radiotherapeut
Eerst wordt u uitgenodigd voor een gesprek. Tijdens dit gesprek stelt de arts u vragen over uw gezondheid, afhankelijk van het soort gezwel dat u heeft zal de arts u onderzoeken en vervolgens legt de arts aan u uit wat de behandeling inhoudt. Hij zal u vertellen hoeveel keer u bestraald zal worden, hoe de behandeling zal verlopen, of er een masker of matras gemaakt moet worden en welke voornaamste neveneffecten er kunnen optreden tijdens of na de behandeling.

2) masker of matras maken
Voor bestralingen op of in het hoofd wordt er een masker gemaakt. Het hoofd is erg bewegelijk en het masker wordt gemaakt om het hoofd elke dag in dezelfde houding te leggen. Door het masker wordt het hoofd in een bepaalde houding gefixeerd waardoor het gezwel of het doelgebied goed bestraald. Het masker bestaat uit een soort van kunststof die bij het licht verwarmen (35 graden Celsius) bijna zo zacht en soepel wordt als een handdoek. Het zachte, soepele en warme masker wordt dan op het aangezicht gelegd en de kunststof neemt de vorm aan van het lichaam. Bij het afkoelen wordt de kunststof weer hard. Bij iedere bestraling wordt het masker op de tafel vastgeklikt door de laboranten waardoor u iedere dag in dezelfde houding bestraald wordt.

3) localisatie of simulatie
Bij het lokaliseren of simuleren wordt de plaats en het doelvolume van bestraling bepaald. Dit wordt meestal gedaan met een CT-scan. De scan wordt gemaakt in dezelfde houding als de bestraling zal doorgaan. Hierdoor kunnen voorgaande CT-scan niet gebruikt worden. Als de CT-scan gemaakt is dan wordt aan de hand van de beelden het doelvolume die bestraald moet worden bepaald. Het doelvolume wordt soms manueel ingetekend. Na het intekenen worden er bestralingsvelden gekozen (soms worden er direct bestralingsvelden bepaald en wordt het doelvolume niet ingetekend) en wordt er berekend hoelang het bestralingstoestel moet aanstaan. Na de berekening gebeuren er meerdere controles. Na de controles kan de bestraling starten.

4) bestraling
De bestraling wordt uitgevoerd op de werkdagen, en dus niet op de dagen in het weekend. Sommige bestralingen worden slechts 1 keer per week uitgevoerd, sommige 2-3 keer per week, maar de meeste gaan 1 keer per dag door. Sommige gezwellen worden 2 keer per dag bestraald. Meestal is de patiënt per dag ongeveer een half uur in het ziekenhuis: 15 minuten wachten tot de patiënt aan de beurt is, 5 minuten om zich te kleden, 10-15 minuten om de patiënt goed te leggen op de bestralingstafel en 5 minuten om zich weer aan te kleden. Als de patiënt niet opgenomen is kan hij of zij weer naar huis.